Het maken van een bespoke pak, in dit geval een jasje, vraagt veel oefening en behelst vele stappen. De meest traditionele manier van maken heeft een zogenaamde tussenpas. Dit heet de baste fit ook wel toile fit genoemd.
Hierbij is het jasje met witte katoendraad los aan elkaar gestikt zodat dit eenvoudig aangepast kan worden. De knoopsgaten moeten bijvoorbeeld nog gemaakt worden en dit geldt ook voor de zakken, de kraag, de revers en het inzetten van de voering. Ook kan je ervoor kiezen om nog een extra stap te nemen door de mouwen er bij de 1e pas niet aan te rijgen.
Het voordeel van de baste fit is dat je nog preciezer kan inspelen op de wensen en behoeften van de klant. Een kwestie van tijd en aandacht.
Je kan de baste fit goed vergelijken met de 1e oplevering van een huis van waaruit dit verder wordt afgebouwd en ingericht.
Is een baste fit nodig?
Het ambachtsman en liefhebbers hart zegt JA maar de realiteit zegt Nee. Wil je echt de traditionele beleving dan moet je dit zeker doen en het zal ook leiden tot een uiteindelijk persoonlijker pak. Maar dit zit hem toch vaak in details die velen niet opmerken of nodig achten. Daarbij verdubbelt het vaak de kosten en zal je meerdere malen op afspraak moeten komen.
Hoe werk een doorpas (baste fit) van een bespoke pak?
Kijk mee in de video, hoe ik zelf een nieuw colbert pas en bespreek met de kleermaker.